Geen schaalvergroting en liberalisering, maar
een leefbaar platteland! Onderstaande tekst is uit de brochure
'Landbouw en Armoede' (december 1998) van de gelijknamige werkgroep.
De werkgroep is in het voorjaar van 1998 opgericht op initiatief van het
Steunpunt Landelijke BoerinnenBelangen (LBB). De werkgroep constateert dat onder invloed
van de liberaliseringspolitiek een tweedeling ontstaat: enerzijds ontstaan steeds grotere
agro-industriele voedselproducenten en anderzijds constateert de werkgroep een toenemende
verarming onder de kleine en middelgrote boeren- en tuindersbedrijven.
De werkgroep kiest voor: een platteland waar op veilige controleerbare en
duurzame manier voedsel geproduceerd wordt door agrarische plattelandsbedrijven en de
mensen die er werken een reeel bestaans inkomen verdienen met deze arbeid. Dit veilige en
verantwoord geproduceerde voedsel van het platteland moet beschikbaar zijn voor arm en
rijk.
Met name de grondgebonden bedrijven zijn van essentiele betekenis voor voor een leefbaar
en mooi platteland. Zowel voor de ruim 6 miljoen plattelandsbewoners in ons land als voor
de stedelingen.
Ontwikkelingen van een gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid naar een vrije
wereldmarkt
Steeds meer boeren en boerinnen maken zich zorgen over de ontwikkeling van het
huidige landbouwbeleid en de gevolgen ervan. De behartiging van de belangen van midden- en
kleine bedrijven komt steeds meer in de knel.
"Boeren moeten marktspelers worden", dat is het gebod van de vrije markt,
waarover het toekomstig landbouwbeleid gaat in Agenda 2000 van de EU en in de komende WTO
ronde in Geneve.
Zowel voor boeren en boerinnen in het westen als in de derde wereld zal het moeilijk zijn
zich staande te houden op de vrije markt.
Achtergrond: Nederland en West-Europa
Om inzicht te krijgen in de huidige landbouwproblematiek is het belangrijk de geschiedenis
te kennen en te analyseren, om vervolgens tot oplossingen te komen.
De ontwikkelingen in de land- en tuinbouw in Nederland en West-Europa na de tweede
Wereldoorlog waren gericht op een goedkoop voedselpakket voor de consument en voldoende
inkomen voor boeren en tuinders en hun gezinnen (Verdrag van Rome 1957). Vanaf 1958 is
hard gewerkt aan een gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid. De afgelopen decennia zijn
bedrijven gestimuleerd zich te ontwikkelen door schaalvergroting, specialisatie en
mechanisatie.
Groei-economie
Momenteel staat de landbouw en haar economie sterk onder druk. Tot voor kort was de
landbouweconomie een kleine economie binnen een grote economie. De gezinsbedrijven hebben
jaren kunnen leven van hun grond, kapitaal en arbeid en van eventuele neveninkomsten.
Gezinsbedrijven gaan nu ten onder en een eeuwenlange cultuur van een boerengezin dat leeft
van de opbrengst van de boerderij en het stuk grond eromheen, is wereldwijd aan het
verdwijnen.
Boeren zijn meegegaan in de richting van groei-economie en concurrentie. Dit is
ondersteund door leningen bij banken , premies en overheidssubsidies, waarmee er steeds
meer vreemd kapitaal in het boerenbedrijf kwam.
Overproductie en lage prijzen
Vanaf de jaren tachtig wordt de agrarische beroepsbevolking geconfronteerd met ingrijpende
veranderingen. Door overproductie hebben veel agrarische bedrijfstakken te maken met
aanhoudend lage prijzen. Immers, tweederde van de Nederlandse landbouwproductie wordt
geëxporteerd. Voorheen werden exportproducten veelal met exportsubsidies afgezet in het
buitenland. De open grenzen binnen de EU en de afbraak van subsidies zetten de
concurrentiepositie en de prijzen onder druk.
Globalisering en liberalisering van de markt
Binnen de GATT-onderhandelingen heeft de EU onder druk van de VS in 1992 een voorakkoord
gesloten om zijn gemeenschappelijk landbouwbeleid op te geven. De WTO-onderhandelingen,
gericht op verdere liberalisatie van onder meer de landbouw, zullen officieel in 1999 in
Geneve beginnen.
Landbouw met toekomst
Terwijl al deze belangrijke beslissingen en discussies over globalisering en
liberalisering op hoog niveau plaats vinden, nemen mensen daarentegen het heft in eigen
handen en proberen hun bedrijven aan te passen. Veel boeren en tuinders zoeken verbreding
op hun bedrijf door het ontwikkelen van een andere landbouwtak, of met een andere pijler
als recreatie, productverwerking en huisverkoop, zorgboederijen of natuurbeheer.
In dit proces zal niet alleen meer het recht van de sterkste gelden. Het verzet tegen
uitsluiting van kleine en middelgrote gezinsbedrijven is in volle gang en zal een sterk
tegenwicht bieden aan de uitzichtloze schaalvergroting en vertechnologisering, waarbij
steeds meer arbeid wordt uitgestoten.
In dit proces zal de overheid bescherming moeten bieden en een landbouw met toekomst.
In deze bezorgdheid staan wij zeker niet alleen en in de toekomst zal meer samenwerking
worden gepland.
De werkgroep Landbouw en Armoede
Zandterweg 2
5973 RC Lottum
terug naar de vorige pagina |