Veiligheid gegarandeerd Genetisch gemanipuleerde produkten worden, voor ze op de markt worden toegelaten, onderzocht op veiligheid voor de consument. Vaak gebeurd dit onderzoek met dierproeven en chemische standaardanalyses. Deze methoden hebben echter beperkingen, zo bleek in het voorjaar van 1996 op een workshop georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken en het Rikilt (Rijks-Kwaliteitsinstituut voor Land en Tuinbouwprodukten). Consumentenorganisaties vrezen voor het ontstaan van nieuwe eiwit-allergieNn als gevolg
van genetische manipulatie van voedsel. De gen-ingenieurs vinden deze vrees maar al te
vaak overdreven. Op een in het voorjaar van 1996 gehouden workshop bleek zelfs de
wetenschap toe te geven dat men de allergiereacties die consumentenorganisaties vrezen
niet kan uitsluiten. De effecten van genetisch gemanipuleerd veevoer zijn nog moeilijker te bepalen. Toch moet het belang hiervan niet onderschat worden. In de in 1996 toegelaten genetisch gemanipuleerde soja van Monsanto - dat zowel voor menselijke als dierlijke consumptie gebruikt kan worden - zit een 'merker-gen' (dat in het onderzoeksstadium wordt gebruikt om te controleren of de genetische manipulatie is gelukt) voor kanamycine-resistentie. In de veehouderij wordt het verwante neomycine veel gebruikt als antibioticum. Zaak is dus uit te zoeken of de kanamycine resistentie niet kan leiden tot antibioticumresistentie. Monsanto wist echter geen experimenten te bedenken om dit te testen. Maar, zo stelt de multinational, de kans op dergelijke resistentie is nihil. Ondanks de genoemde onduidelijkheden is de veiligheid van produkten die nu op de
markt zijn gegarandeerd, althans volgens toxicoloog H.P.J.M Noteborn van het Rikilt.
Eventuele problemen verwacht men vooral in de toekomst, als veiligheidscommissies
jaarlijks tientallen aanvragen voor marktintroductie moeten verwerken. Hiervoor moeten
risico-analyses ontworpen worden die gevoeliger, goedkoper en zo veel mogelijk
proefdiervrij zijn. Behalve moleculair biologische en biochemische technieken zijn ook
maag-darmkanaalmodellen in te zetten. TNO werkt reeds aan mechanische maag. Uit: BioBrief 1, najaar 1996, uitgave van NoGen, Wageningen (infocent@wnet.bos.nl) |